31 december 2023: deadline voor aanpassing statuten aan Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen

Het ‘nieuwe’ Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna, het “WVV”) trad op 1 mei 2019 in werking en is intussen zo ingeburgerd dat we de kwalificatie ‘nieuw’ al niet meer gebruiken.

De overgangsregeling voorzag dat vennootschappen, verenigingen en stichtingen bij de eerstvolgende statutenwijziging na 1 januari 2020 hun statuten in overeenstemming moesten brengen met het WVV. Ook als dat intussen nog niet is gebeurd, zijn de dwingende bepalingen van het WVV al vanaf 1 januari 2020 van toepassing. Bepalingen in de statuten die in strijd zijn met deze dwingende bepalingen worden voor niet geschreven gehouden. Ook de aanvullende bepalingen van het WVV zijn vanaf dezelfde datum van toepassing, voor zover de statutaire bepalingen deze niet uitsluiten.

Voor rechtspersonen die hun statuten nog niet hebben aangepast, brengt dit met zich mee dat deze soms niet meer mogen worden gevolgd. Er moet altijd eerst worden geverifieerd of het WVV geen afwijkende (dwingende) bepalingen bevat.

Daarnaast gold een overgangsperiode, die binnen enkele maanden, op 1 januari 2024, afloopt. Uiterlijk op 1 januari 2024 moeten de statuten van vennootschappen, verenigingen en stichtingen met de bepalingen van het WVV in overeenstemming zijn gebracht.

De datum van 1 januari 2024 moet in het bijzonder in de gaten worden gehouden door vennootschappen en verenigingen die werken in één van de rechtsvormen die onder het WVV zijn afgeschaft. Zij kunnen immers op 1 januari 2024 onder een andere rechtsvorm wakker worden.

In deze blog beschrijven we de te nemen stappen in verband met het einde van de overgangsperiode en de gevolgen voor de vennootschap, vereniging of stichting die haar statuten niet tijdig aanpast.

Verdwijnende rechtsvormen

Het WVV snoeit in het aantal vennootschaps- en verenigingsvormen. Met name de commanditaire vennootschap op aandelen, de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, de vennootschap met sociaal oogmerk en de beroepsvereniging verdwijnen, samen met een aantal andere minder gebruikelijke rechtsvormen. Voor zover de omzetting nog niet is gebeurd op 1 januari 2024 worden zij vanaf die datum van rechtswege omgezet in de vorm bepaald in de overgangsregeling. Zo wordt een commanditaire vennootschap op aandelen van rechtswege een naamloze vennootschap met een enige bestuurder, een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid een vennootschap onder firma, een beroepsvereniging (of federatie daarvan) een VZW. Het kan daarom de moeite lonen om, bijvoorbeeld, een overstap van een commanditaire vennootschap naar een BV te overwegen, liever dan ongevraagd omgezet te worden in een NV: er is voor de BV geen minimum inbreng meer vereist en één aandeelhouder volstaat.

Voor de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) en de vennootschap met sociaal oogmerk gelden licht afwijkende regelingen.

Onder het WVV mag de rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap alleen worden gebruikt door een zogenoemde ‘eigenlijke’ coöperatieve vennootschap die voldoet aan de essentiële kenmerken van een coöperatie, zoals neergelegd in het WVV en in de zeven principes van de Internationale Coöperatieve Alliantie (“ICA”). Deze vennootschappen worden onder het WVV een CV (coöperatieve vennootschap). Een vennootschap die niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt, ofwel via een eerdere statutenwijziging, ofwel van rechtswege op 1 januari 2024, omgezet in een besloten vennootschap. In de praktijk blijkt intussen dat met name de ICA principes ruimte laten voor verschillende (juridische) interpretaties zodat de grens tussen een ‘eigenlijke’ en ‘oneigenlijke’ coöperatieve vennootschap lang niet altijd duidelijk te trekken is. In geval van twijfel is de besloten vennootschap de veilige keuze.

Tot 1 januari 2024 geldt voor alle vennootschappen met sociaal oogmerk dat zij vermoed worden erkend te zijn als een sociale onderneming. Maar een vennootschap met sociaal oogmerk (nu sociale onderneming) in de vorm van bijvoorbeeld een BV of een NV (die mogelijkheid bestond immers onder het oude Wetboek van vennootschappen), moet uiterlijk op 1 januari 2024 zijn omgezet in een coöperatieve vennootschap, op straffe van het verlies van de erkenning als sociale onderneming. Als zij de erkenning als sociale onderneming wil behouden, is het daarom essentieel om voorafgaand aan 1 januari 2024 de omzetting te doen.

VZW en IVZW

Voor (I)VZW’s kan er een extra reden zijn om de statuten, in het bijzonder hun voorwerp, te wijzigen. Zolang dit niet is gebeurd, blijft namelijk de ‘oude’ beperking op commerciële activiteiten van toepassing en dit tot 1 januari 2029. Een (I)VZW zonder aangepast voorwerp blijft dus tot 1 januari 2029 beperkt in haar toegelaten economische activiteiten.

Wat nu?

In een notendop: de bestuurders moeten de algemene vergadering bijeenroepen om uiterlijk op 1 januari 2024 te stemmen over een statutenwijziging. Voor een VZW kan dat zonder tussenkomst van een notaris; voor de andere entiteiten is (nagenoeg altijd) een notariële akte vereist.

Ook als de vennootschap of vereniging moet worden omgezet, kan dat via een eenvoudige statutenwijziging. De procedure van omzetting opgenomen in Boek 14 WVV, die onder meer een verslag van de commissaris of een bedrijfsrevisor vereist, is niet van toepassing.

Wat als?

Wat als de bestuurders nalaten uiterlijk op 1 januari 2024 een algemene vergadering bijeen te roepen? In dat geval zijn zij, zo bepaalt het WVV, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die de vennootschap, vereniging, stichting of derden daardoor lijden. Die schade kan bijvoorbeeld resulteren uit conflicten die ontstaan tussen aandeelhouders en de vennootschap omtrent welk wettelijk regime precies van toepassing is.

Voor de vennootschappen en verenigingen die moeten worden omgezet (om één van de redenen zoals hierboven uiteengezet) is er een aanvullende regel en sanctie. Als dat niet eerder is gebeurd, worden zij op 1 januari 2024 van rechtswege omgezet in de nieuwe rechtsvorm. Uiterlijk op 30 juni 2024 moet het bestuursorgaan vervolgens de algemene vergadering bijeen roepen met op de agenda de aanpassing van de statuten aan de nieuwe rechtsvorm. Ook hier geldt weer dat elk lid van het bestuursorgaan persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade geleden door vennootschap, vereniging, stichting of door derden als de algemene vergadering niet tijdig wordt bijeengeroepen.

Een bestaande vennootschap met sociaal oogmerk die nalaat zich om te zetten in een CV (als dat nog niet het geval was) tegen 1 januari 2024, verliest haar erkenning als sociale onderneming.

Als de deadline van 1 januari 2024 niet gehaald wordt, is er niet per definitie reden tot paniek. Het is immers mogelijk dat het stilzitten in de praktijk geen (te bewijzen) schade met zich mee brengt. Maar een voorzichtig bestuurder zal de datum van 1 januari 2024 toch niet zomaar voorbij laten gaan…

 

Indien u vragen heeft of meer informatie wenst, aarzel niet om ons te contacteren: yvette.verleisdonk@aurionlaw.be of sarah.verschaeve@aurionlaw.be

Tibo de Kloe8 September 2023